fbpx

Succes bij Jong Oranje is geen garantie voor de toekomst

Succes bij Jong Oranje is geen garantie voor de toekomst. Die conclusie kan getrokken worden als je kijkt naar de succesvolle selecties uit 2006 en 2007. De laatste stap naar de top blijkt een moeilijke.

 
 

 
 
Voorbeelden genoeg van spelers die het na het succesvolle jeugd-EK niet hebben kunnen maken. Foppe de Haan, de bondscoach van toen, wijst op verschillende oorzaken. “Maar vaak ligt het aan de keuzes die de spelers zelf hebben gemaakt. Ze zijn misschien naar verkeerde clubs gegaan”, zegt De Haan in gesprek met VoetbalPrimeur.
 
“Het moment van de transfer was vaak niet goed, veel jongens zijn te vroeg vertrokken”, kijkt hij terug. “Naast ongelukkige transfers is er nog een reden waarom die generatie niet echt is doorgebroken. Toen zij in Jong Oranje speelden, was er ook in het Nederlands elftal net een nieuwe lichting talenten doorgebroken. Dan doel ik op Sneijder, Van der Vaart, Heitinga en Robben, die allemaal net door kwamen.”
 
Op verzoek loopt De Haan het rijtje uit 2007 even langs. “Een paar spelers hebben het nog wel gered. Jongens als Vermeer, Krul, Vlaar, Pieters en Donk zijn allemaal aardig terecht gekomen. Zuiverloon is een beetje tussen wal en schip terecht gekomen, net zoals Kruijswijk. Van Babel had ik ook meer verwacht, dat is een plus-min gevalletje. Rigters was al snel van het podium verdwenen. Van Bakkal hoor je na zijn vertrek bij Feyenoord niets meer. Maduro doet het redelijk en Drenthe is bekend. Bruins speelt ergens in Frankrijk en dan heb je ze wel zo’n beetje”, aldus De Haan.
 
De Haan licht de situatie van Otman Bakkal eruit. De middenvelder verliet Feyenoord vorige zomer voor Dinamo Moskou. “Dat is hartstikke zonde. Als hij bij Feyenoord was gebleven had hij elke week gespeeld en zat ‘ie nu tegen het Nederlands elftal aan.”