fbpx

Mentaal niet kapot te krijgen Tjaronn Chery: ‘Het gaat er in het leven om wat je wél kunt. Aan alle tekortkomingen kan je in alle stilte werken’

Tjaronn Chery besloot zijn eerste jaar bij Groningen meteen met het behalen van Europees voetbal, maar wil meer. In VI een interview over onder meer opgroeien zonder vader en een arrogant imago.

“Ik heb best veel meegemaakt (opgroeien zonder vader, van het ene bijf-van-mijn-lijfhuis naar het andere), maar ik ben altijd weer opgekrabbeld. Ook als voetballer. Nu gaat het allemaal fantastisch, in de jeugd van FC Twente was ik een buitenbeentje. Ik speelde vaker niet dan wel. Er was altijd twijfel. Dat kleine ventje zonder body. Diverse keren stond de club op het punt om me te laten gaan, maar altijd wist ik ze weer te overtuigen. Ik wilde profvoetballer worden, geld verdienen voor mijn moeder. Ik weigerde ook op te geven. Ik weet nog goed dat ik uiteindelijk de overstap maakte naar het beloftenteam. Ik was de enige speler zonder contract. Eigenlijk was ik niet meer dan opvulling. Toch kreeg ik anderhalve maand later alsnog een aanbieding. Twee maanden later werd het zelfs opgewaardeerd. In die periode vond ik veel steun bij Karim El Ahmadi. Hij had enorm veel talent, maar zei ook altijd: “Ik ga het halen, ik word een grote voetballer.” Dat zelfvertrouwen heb ik van hem overgenomen. Spelen met flair, geloven in jezelf.”

“Ik moest me doorontwikkelen en werd verhuurd. Aan Cambuur en vervolgens aan RBC Roosendaal. Ik kwam op de bank terecht. Het werd het absolute dieptepunt van mijn carrière. Moet je voorstellen: zat ik helemaal alleen in een klein kamertje, hartje Roosendaal. Mijn familie woonde tweeënhalf uur verderop. Ik had niemand. Dat is het enige moment geweest in mijn leven dat ik echt twijfelde. Uiteindelijk ben ik voor mijn familie doorgegaan. Ik heb mijn contract laten ontbinden. Ik ging naar FC Emmen waar ik het plezier terugvond. Dat was amper drie jaar geleden…..

 
“Het heeft allemaal met zelfvertrouwen te maken. Ik weet heel goed wat ik kan. Mensen moeten ook niet te vaak benadrukken wat ik niet kan. Ik ben niet blind. Het gaat er in het leven juist om wat je wél kunt. Aan alle tekortkomingen kan je in alle stilte werken. “
 
“Ik weet dat ik nogal arrogant kan overkomen. Mijn loopje, de manier waarop ik voetbal. Ik wil dat ook uitstralen. Zo van: hier ben ik. Dat is het mooiste wat er is. Tegenstanders die een hekel aan je hebben, medespelers die zich aan je optrekken. Ik ben nu eenmaal een winnaar. Dat probeer ik ook uit te stralen. Ik weet dat sommigen het niks vinden. Jan van Halst heeft eens gezegd dat ik een moeilijke jongen ben. Wat een onzin. Ik ben juist een heel lieve jongen. Een lieve jongen met een eigen uitstraling.”