Van der Wiel (26) is al vier seizoenen op rij landskampioen: twee titels met Ajax, twee met Paris Saint-Germain. Hij miste het WK door een blessure. Onlangs, tijdens zijn verplichte speech in het hotel van het Nederlands elftal, vertelde hij hoe hij keek naar duels in Brazilië. In een oranje shirt, met vrienden in Amsterdam. ‘Het Museumplein liep helemaal vol om naar een wedstrijd te kijken. Ik was superzenuwachtig. Voor mij was dat een mooie, aparte ervaring.’
De jongen is een man geworden, in twee jaar bij PSG. ‘Bij Ajax was ik jong, met jonge spelers om me heen. Ik dacht: het komt wel, ooit. Ajax is de kweekvijver van talent, met supergoed voetbal. Parijs is een gevestigd team dat voor de prijzen gaat, niet voor de toekomst. Nu is nu.’
Zlatan
Neem Zlatan Ibrahimovic, zijn ploeggenoot, de spits. ‘Hij is een van de grootste sterren ter wereld. Hij wil winnen, altijd. Als je bij hem in de partij zit tijdens de training en je verliest, krijg je de wind van voren. Dat is zijn over-mijn-lijk-mentaliteit. Daaraan trek je je op.’ Ook al is Zlatan qua karakter dan zijn absolute tegenpool. ‘Als ik dingen riep die hij roept, zou het misstaan.’ Van der Wiel is een mooie, moderne verdediger. Hij heeft een elegante stijl en trekt indien mogelijk op snelheid mee naar voren, geregeld met een beslissende voorzet als sluitstuk, zoals hij die onlangs gaf op Matuidi, in het topduel van de Champions League tegen Barcelona. ‘Zo’n wedstrijd is mooi, goed en leuk. Het is een bevestiging voor mezelf dat ik kan meedraaien in een topploeg, tegen een andere topploeg, dat ik een van de beste aanvallers ter wereld (Neymar) kan uitschakelen en ook nog een assist geef. Dat geeft mijn ontwikkeling aan. Ik voel me goed en volwassen in mijn spel.’
Van der Wiel is sympathiek en overdenkt zijn woorden. Zijn imago was er altijd een van gemakzucht. Zo’n typische jongen van Ajax die alles was komen aanwaaien. ‘Ik heb me ook ontwikkeld als mens, nu ik met veel geld te maken krijg, in Parijs woon en verantwoordelijkheid draag. Ik maak betere keuzes. Dit leven is toch anders dan wanneer je bij je moeder woont, met vrienden om de hoek en een instelling van lang leve de lol.’
Beschouwen
De aanpassing was lastig, zeker. ‘Van Ajax, jonge jongens, gewoon thuis, naar Parijs, met grote jongens, met mij als verlegen, introverte persoon. En ik moet me goed voelen, thuis en in mijn hoofd, om vrij mijn dingen te doen.’
Hij leert het leven te beschouwen. ‘Ik observeer heel veel. Ik zeg niet veel, maar ik observeer alles en leer ook van andermans fouten. Ik kijk hoe mensen als persoon zijn, hoe ze met hun geld omgaan bijvoorbeeld. Ik hield nooit van lezen, maar nu lees ik veel biografieën van topsporters, ook met wie het slecht is gegaan. Dan wil ik het zelf beter doen. Ik ben nu bezig in een boek over Mike Tyson. Die is echt gek. Onvoorstelbaar. ‘Je mag van het leven genieten, maar als je ziet hoe sommige spelers geld uitgeven… Als je stopt, moet je toch wat overhebben.’ Hij investeert. ‘Ik wil een imperium bouwen dat geld oplevert. Dan kan ik later doen wat ik leuk vind. Ik kan nu ook mooie auto’s kopen, diamanten en dikke kettingen, maar nee, dat voelt niet goed.’
