fbpx

Frank de Boer over jeugdopleiding Ajax: “spelers moeten leren hoe het is om uit een moeilijke situatie terug te vechten”.

In een uitgebreid interview vandaag in VI, geeft Frank de Boer onder andere zijn mening over de jeugdopleiding van Ajax en over de mentale gesteldheid van veel hedendaagse voetballers.

 
… Wat is precies uw rol in het technische hart dat u vormt met Wim Jonk en Dennis Bergkamp?
‘Ik ben als hoofdtrainer verantwoordelijk voor het eerste elftal, maar ben ook betrokken bij andere technische zaken. Ik wil goed op de hoogte zijn van wat er bij de jeugdopleiding speelt en geef daar mijn mening over. We voeden elkaar op alle vlakken. Mijn hoofdtaak ligt bij de A-selectie, maar door mijn ervaring als jeugdtrainer bij Ajax heb ik ook ideeen over de opleiding. Dat stemmen we met elkaar af.
 
 
U bent altijd beduidend minder kritisch geweest op de jeugdopleiding dan Cruijff.
‘Klopt. Maar dat wil niet zeggen dat er geen dingen voor verbetering vatbaar zijn. Ik deel de mening van Cruijff dat de teamresultaten te lang voorop hebben gestaan. Terwijl het om de ontwikkeling van talent moet gaan. Bij Ajax heerst een afrekencultuur, want we willen nou eenmaal altijd winnen. Maar jeugdtrainers mogen daar geen last van hebben. Er moet geschoven worden met spelers als dat hun ontwikkeling ten goede komt. Als sommige jeugdteams dan mindere resultaten hebben, omdat ze hun beste spelers aan een hoger elftal moeten afstaan, is dat jammer. Als trainer van de A-junioren was ik daar heel makkelijk in. Ik vond het juist goed spelers door te schuiven naar Jong Ajax. Geniet ervan en leer ervan, zei ik dan tegen die jongens. Sommige andere jeugdtrainers waren daar huiverig voor, bang voor hun eigen hachje. Dat mag geen rol spelen. Het eerste elftal moet winnen, de jeugdteams moeten ingericht worden op de individuele ontwikkeling. Die koerswijziging is nu ingevoerd en dat juich ik toe’.
 
 
U hebt gebroken met het systeem met een nummer 10 en speelt met twee aanvallend ingestelde middenvelders. Is dat ook in de jeugd doorgevoerd?
‘De hogere jeugdploegen spelen nu op dezelfde manier. Dan heb ik het over de A-junioren en de B-junioren. In de jongere jeugd letten we minder op systemen en staat talentontwikkeling centraal. Kleine kinderen moet je nog niet teveel lastig vallen met tactische zaken’.
 
 
In de visie van Cruijff moet zeker bij de jongste jeugd het plezier centraal staan. Is de tijd voorbij dat jongetjes worden afgeblaft door hun trainers, zoals we in een tv-documantaire over de jeugdopleiding zagen?
‘We zijn nog steeds hard voor onze jeugdspelers. Dat kan ook niet anders, ze worden klaargestoomd voor het leven als profvoetballer. En de topsport is een keiharde wereld. Ik denk zelfs dat een harde aanpak in deze tijd juist noodzakelijk is. Op mentaal terrein valt nog veel te winnen. Dat geldt voor zowel jeugdvoetballers als oudere spelers: soms is het goed iemand naar beneden te halen, om hem daarna de vruchten van die aanpak te laten plukken. Frans Hoek heeft ooit verteld hoe hij bij Barcelona Victor Valdés heeft aangepakt. Als jong talent mocht hij met de selectie meetrainen, maar dat leek nergens op. Toen hebben ze hem voor straf een tijdje in een juniorenteam laten keepen. Valdés was compleet van slag, hij was diep in zijn eer aangetast. En nu zegt hij dat het een keerpunt in zijn carrière is geweest. Dan is de vraag gerechtvaardigd: moet je zoiets doen als een speler prof is of moet je een speler dat in de opleiding al laten ervaren? Ik denk het laatste. Dan heeft hij dat proces al een keer meegemaakt. Spelers moeten leren hoe het is om uit een moeilijke situatie terug te vechten. Dat gaan ze in hun profcarrière namelijk nog meerdere keren meemaken. Ik weet zelf niet beter dan dat ik vroeger hard ben aangepakt. Niet alleen bij Ajax, maar ook door mijn vader. Dat was niet altijd leuk, maar het heeft me een dikke huid opgeleverd. En die heb je nodig in het profvoetbal.
 
Waarom vindt u die aanpak juist in deze tijd belangrijk?
‘Omdat de omstandigheden zijn veranderd. Jonge voetballers krijgen in hun dagelijkse leven bijna geen weerwoord meer. Hun vrienden slaan ze de hele dag op hun schouder. Zaakwaarnemers zien die jongens alleen als een goudmijn: op zeker moment gaan ze zelf ook nog geloven dat ze er al zijn en een basisplaats verdienen. Terwijl je juist kritisch naar jezelf moet kijken. Je ziet steeds vaker dat jonge spelers de fout bij anderen leggen, het ligt nooit aan henzelf. Op dat mentale gebied is in vrij korte tijd veel veranderd’.
 
Wat nog meer?
‘Ik mis soms de totale bezetenheid om een betere speler te worden. Toen ik zelf nog voetbalde, stond ik vaak een half uur voor aanvang van de training op het veld. Vrije trappen nemen, passes oefenen. En na de training deed ik hetzelfde. Sommige jongens uit deze groep doen het ook. Eriksen en De Jong bijvoorbeeld. Maar het zijn er niet veel. Terwijl je door eindeloos oefenen een betere voetballer wordt. Daar ben ik heilig van overtuigd. Die mentaliteitsverandering gaat trouwens verder dan het voetbal alleen. Je ziet het overal in de samenleving terug. Zelfs bij mij thuis. Laatst deden mijn dochters mee aan de Molenloop in Volendam. Dat is een stukkie van drie kilometer. Daar deden ze een half uur over! Daar begrijp ik dan niks van. Ze kwamen fluitend over de finish. Bij mij zou het snot voor mijn ogen hebben gehangen’.