fbpx

Florian Jozefzoon: ‘Ik heb een paar keer gedacht over stoppen met voetbal. Thuis ging het niet, met het voetbal wilde het niet lukken’

Dankzij een onverwachte gebeurtenis raakte Florian Jozefzoon zes jaar geleden uit het ritme op weg naar de top. Inmiddels is er weer rust en regelmaat en vecht de Amsterdammer bij PSV voor zijn doorbraak in de top. Zijn wapens: passie en instelling.
 
 
 
Florian Jozefzoon is een moderne profvoetballer die beseft dat training er is om beter te worden, maar tevens dat beroepsernst mee naar huis genomen dient te worden. Dat blijkt als de nieuwe voedingswetten van PSV ter sprake komen. In Eindhoven gaan ze het eetpatroon aanpassen, omdat daar nog flink wat winst geboekt kan worden. ‘Een goede zaak’, zegt Jozefzoon. ‘Maar het gaat natuurlijk om wat je eet als je thuis bent. Het heeft geen zin om op de club de regels te volgen en thuis te doen waar je zin in hebt. Profvoetbal is een way of life, die je vijftien tot twintig jaar moet volhouden als je het maximale uit je mogelijkheden wilt halen. Wie dat niet beseft, redt het niet.’
 
Voorbeelden
Leeftijdsgenoten horen de lessen die ze krijgen aan en gaan over tot de orde van de dag. Jozefzoon denkt na over wat ze hem opleggen en adviseren. Hij verruimt zijn blik via boeken of documentaires over mannen die weten hoe het werkt. ‘Kobe Bryant, LeBron James…. Ik vind het mooi om te zien hoe deze toppers tegen hun sport aankijken. Die beleving, 24 uur per dag, zeven dagen per week zijn ze met hun sport bezig. Zij vertellen over hoe zij aan de top zijn geraakt, wat ze ervoor hebben moeten doen en laten. Van hen heb ik geleerd dat het beoefenen van je vak als topsporter niet stopt op het moment dat je training of wedstrijd is afgelopen. Thuis gaat het gewoon door. Creëer rust om je heen. Zorg dat er stabiliteit aan het thuisfront is. Als dat ontbreekt, dan ga je dat vroeg of laat op het veld merken.’

 
Zorgen voor een kind
De PSV’er  heeft al behoorlijk wat meegemaakt. Hij was nog maar zeventien toen zijn ex-vriendin hem vertelde dat ze in verwachting was. ‘Dat heeft destijds behoorlijk wat stress opgeleverd’, zegt hij. ‘Het was niet zo dat mijn leven instortte, maar dat veranderde wel volledig. Ik moest mijn verantwoordelijkheden nemen, maar ik was ook profvoetballer aan het worden. Ik zat net bij de selectie van Ajax, durfde het in de kleedkamer niet eens te vertellen. Frank de Boer, hij was trainer van de A1, was het ter ore gekomen. Hij riep me bij zich en zei: “Zorg dat je ook focus blijft houden op het voetbal, want we zien dat je er niet altijd met je gedachten bij bent”. Hij had gelijk, maar het was niet gemakkelijk. Ik moest voor een kind gaan zorgen, terwijl ik daar nog niet aan toe was.
 
Heel vaak zeggen ze over mij: Flo doet altijd zijn ding, die maakt zich niet druk. Dat komt door de dingen die ik heb meegemaakt. Ik besef dat sommige dingen het helemaal niet waard zijn om je druk over te maken. Ik ben anders naar het leven gaan kijken. Ik ging me ineens afvragen wat ik vroeger als kind belangrijk vond. Dat was allemaal nieuw voor me. Ik kon het niet goed managen, wilde iedereen tevreden houden, behalve mezelf. Dat ging ten koste van mijn prestaties. Ik had geen idee waar ik heen ging. Telkens ging er weer iets fout en dan moest ik weer anticiperen. Dan maak je weleens de verkeerde keuze. Ik heb twee jaar nodig gehad om een echte man te worden. Ik heb gestruggeled, pff.’
 
‘Ik heb een paar keer gedacht over stoppen met voetbal. Thuis ging het niet, met het voetbal wilde het niet lukken’

Soms werd de tegenslag hem te machtig. ‘Natuurlijk heb ik een paar keer gedacht over stoppen met voetbal. Thuis ging het niet, met het voetbal wilde het niet lukken. Ik heb nooit met iemand over mijn zorgen gesproken, hield het voor mezelf. Iedereen kent mij als een vrolijke jongen die altijd zijn best doet en nooit klaagt. Dat was in die moeilijke periode niet anders. Het probleem was natuurlijk dat niemand wist wat er gaande was. Mensen zagen een speler die bijvoorbeeld een bal slecht kaatste. De reactie is dan altijd: Hoe kan dat nou? Wat een slechte voetballer. Nooit denkt er iemand: Zou er iets zijn met die jongen? Zou hij thuis problemen hebben? Dat is logisch hoor, zo werkt het. Ik weet uit eigen ervaring dat een stabiel privéleven voor een procentje of vijftig bijdraagt aan mijn voetbalprestaties. Het heeft invloed op je functioneren als je drie weken je kind niet hebt kunnen zien of als je kind ziek is, maar je niet bij haar kunt zijn. Als je zulke zorgen meedraagt, komt dat op het veld heel vaak naar buiten.’
 
‘Vanaf mijn debuut bij Ajax tot het moment dat ik naar RKC Waalwijk ging, was er geen stabiliteit in mijn leven, op geen enkel onderdeel’
 
‘Ik heb een poosje gezocht naar de juiste manier om met die situatie om te gaan. Dat heeft lang geduurd. Vanaf mijn debuut bij Ajax tot het moment dat ik naar RKC Waalwijk ging, was er geen stabiliteit in mijn leven, op geen enkel onderdeel. De omgang met mijn kind verliep niet goed. Dat deed pijn. Ik ben altijd mijn verplichtingen nagekomen. Dat was een voordeel van mijn leven als voetballer. Ik had dankzij mijn contracten met Ajax en Adidas de mogelijkheid om ook financieel mijn verantwoordelijkheid te nemen.’
 
Zijn contract bij Ajax kwam net zo onverwacht als de mededeling dat hij vader werd. ‘Er werd over mij vaak gezegd dat ik een groot talent was, maar ik was daar helemaal niet mee bezig’, zegt hij. Ik zat op school en was totaal verrast toen Martin van Geel belde. Hij stelde zich voor, maar ik besefte niet wie ik aan de lijn had. Martin van Geel, dacht ik. Waar ken ik die naam van?
Toen hij over een contract begon, besefte ik ineens dat ik de directeur van Ajax aan de lijn had. Ik had nog niet eens een zaakwaarnemer. Het was een aparte week, want een paar dagen eerder had mijn trainer Robin Pronk me gevraagd of er interesse uit het buitenland was. Dat klopte. Atlético Madrid en Liverpool wilden me hebben. Liverpool kwam zelfs met een concrete aanbieding. Mijn ouders konden een geldbedrag krijgen en ik kon tekenen voor zesduizend pond per maand! Ik was zestien! Wij hadden het helemaal niet breed thuis, dus dat was nogal wat.’
 
Om zich heen zag Jozefzoon generatiegenoten vaak kiezen voor een lucratief contract en een onzeker avontuur. Zelf had hij aanleiding genoeg om die weg te volgen, maar het voelde niet goed. ‘Eigenlijk moet je in de Bijlmer wonen en bij Ajax in de jeugd spelen om te snappen waarom ik niet ben vertrokken’, zegt hij. ‘Je wilt niet weten hoeveel support je krijgt als je met je Ajax-tas door De Bijlmer loopt. Iedereen geeft je power en zegt dat je vol moet houden. De hele flat (Hoogoord) was trots op me, zo voelde het. Ik wilde daarom niet weg uit Nederland.’
 
‘Ik heb een zaakwaarnemer gezocht (Chiel Dekker) en we zijn gaan onderhandelen met Ajax. Tijdens die gesprekken kwam de mededeling dat ik vader werd. Dat contract werd daardoor ineens stukken belangrijker. Ik moet er niet aan denken hoe het had gemoeten als ik dat contract niet zou hebben gehad. Dan had ik waarschijnlijk erbij moeten gaan werken. Die stress had ik dus niet, maar het contact met de moeder van mijn kind was niet goed. Gelukkig is dat nu verleden tijd. Ik zie mijn dochter iedere week, gelukkig. We gaan samen zwemmen, naar De Efteling, de stad in… Heerlijk. Ik doe zo veel mogelijk leuke dingen met haar, ben nu echt papa. Mijn ex en ik hebben een manier gevonden om goed voor ons kind te zorgen. Op dat front is er nu stabiliteit. Er is rust in mijn hoofd. Als je dat hebt, is er een basis om als topsporter het maximale eruit te halen. Het fundament is nu sterk, ze steunen me maximaal. En dat moet ik naar het veld vertalen. Dat gaat steeds beter. Als ik nu aan het verleden denk, besef ik dat het geen heel gezonde situatie was. Daarom ben ik ook zo blij dat ik het allemaal overwonnen heb. ‘
 
Ommekeer
Na een verloren concurrentieslag bij Ajax, leek NAC een mooie tussenstap, maar dat pakte verkeerd uit. Een groot contrast met RKC Waalwijk. Aan de hand van Erwin Koeman vond Jozefzoon de weg omhoog. ‘Bij RKC besefte ik dat het niveau van mijn prestaties niet alleen een gevolg waren van goed en hard trainen, maar ook van wat er om me heen gebeurde. En hoe ik daarmee omging’, vervolgt hij. ‘Toen zag ik in dat ik bepaalde zaken moest veranderen. Je moet soms offers brengen om een bepaalde situatie om te buigen. Soms moet je in het leven aan jezelf denken, moet je jezelf vragen wat je eigenlijk wil met het leven. Hoe sta ik in het leven? Wat wil ik bereiken? Dat heb ik gedaan en toen ik dat allemaal helder had, ging het beter met me. Het heeft me sterker gemaakt en ik heb er de mooie dingen in het leven wat meer door leren waarderen.’
 
De jeugdinternational benadrukt dat hij zijn eigen sores altijd in het juiste perspectief heeft geplaatst. ‘Ik noem het expres niet slecht of vervelend wat me is overkomen’, legt hij uit. ‘Natuurlijk heeft het invloed gehad op mijn ontwikkeling als voetballer, maar ik heb er ook iets heel moois voor teruggekregen. En ik weet heel goed dat er nog heel wat ergere dingen op de wereld zijn dan jong vader worden.’
 
‘Het enige wat je kunt doen is laten zien dat je alles geeft’

Zo’n instelling helpt ook bij het interpreteren van zijn status bij PSV. Jozefzoon beseft dat hij er in zestien maanden nog niet in is geslaagd om zich op eigen kracht in de basisploeg te spelen. ‘Als je van een club als RKC naar een topclub vertrekt, weet je dat de kans bestaat dat je niet meteen alles speelt’, toont hij zich realistisch. ‘Het enige wat je kunt doen is laten zien dat je alles geeft. Dan is het aan de trainer. Trainer Phillip Cocu weet inmiddels van mij dat ik er altijd klaar voor ben, dat ik er altijd het beste van probeer te maken.’
 
Ideale reserve

‘Ik heb een jaar toegekeken bij PSV. Nu ben ik van me af gaan bijten. En dat mag ik nog wel wat meer doen’
Zijn instelling in combinatie met zijn vrolijke voorkomen maakt het hem tot de ideale reserve. Jozefzoon zeurt nooit, werkt hard en lacht eigenlijk altijd. Prijst hij zichzelf daarmee niet uit de markt bij een topclub waar de concurrentie stevig is? ‘Dat kreeg ik vorig seizoen wel vaker te horen’, zegt hij. ‘Maar ik weet wat ik kan en waar ik naartoe wil. Ik heb een jaar toegekeken, heel bewust. Nu ben ik van me af gaan bijten. En dat mag ik nog wel wat meer doen, maar het begin is gemaakt.’
 
Dat ‘van zich af bijten’ deed Jozefzoon deze zomer tijdens een aantal persoonlijke gesprekken. Eerst stapte hij naar Cocu, daarna naar technisch manager Marcel Brands. ‘Ik wilde van beiden weten of het zin had om te blijven. Ze lieten allebei duidelijk blijken dat ze me wilden behouden, dat gaf me een goed gevoel. Ik heb besloten om te blijven vechten voor mijn kans.’
 
Na het begin van de competitie wendde hij zich weer tot Cocu. Dit keer met de boodschap dat hij niet minder was dan zijn concurrenten en op een kans rekende. ‘In de topsport heb moet je af en toe voor jezelf op durven te komen. Als ik niet zeg dat ik beter ben dan mijn concurrenten, zegt een ander het wel over zichzelf en dan gaat het ten koste van mij. Daarom ben ik naar de trainer gestapt. Natuurlijk heb ik op een nette manier mijn verhaal gedaan. Cocu beloofde me dat er een kans zou komen.’
 
Het bleek geen loze belofte, al was er een blessure bij Memphis Depay voor nodig. Inmiddels is Jozefzoon zes duels op rij basisspeler. In die wedstrijden raakte hij niet verder dan twee assists. Dat zijn niet bepaald statistieken die een trainer aan het twijfelen brengen. Het heeft geen invloed op zijn houding: ‘omdat ik weet dat het erin zit blijf ik op mijn manier doorgaan.’