fbpx

De discipline van Toby Alderweireld: ’Meer prof dan ik ben, kun je eigenlijk niet zijn’

Alderweireld heeft het allemaal op een rijtje in zijn hoofd. De Belg ontwikkelt zich snel en dat komt mede door een enorme discipline. In NUsport vertelt hij er over.

 
Elke morgen komt hij om negen uur op de club om de sportschool in te duiken. Elke avond ligt hij vroeg in zijn bed. ‘De sportschool is niet leuk. De meesten stoppen na twee, drie weken, maar dan heb je er niets aan. Pas na een half jaar zie je resultaat. Het geeft aan: hoe graag wil je het?’
‘Je kunt mij niet meer vergelijken met drie jaar geleden. In de competitie ging het vanaf mijn debuut meteen goed, kon ik redelijk mee. Tegen Inter voor mijn gevoel totaal niet. Ik trof Zlatan Ibrahimovic. Wát een man, wát een kracht. Ik kwam er gewoon niet aan te pas. Ik moet echt aan de slag, dacht ik. Maar ja, ik wilde ook geen logge beer worden.’ Na een volgende confrontatie met ‘Ibracadabra’ besloot Alderweireld het roer om te gooien. ‘Toen besloot ik: ik ga elke dag die fitnesszaal in. Ook al moet ik later op de dag meestal nog een keer trainen. Ik moest pezige, slanke spieren kweken. Dat maakt je niet alleen sterker, maar ook sneller en wendbaarder.’
Alderweireld wil heel graag en daarom ligt hij ook nooit na tien uur in zijn bed. ‘Tijdens het seizoen lig ik nooit te laat in bed. In de vakantie soms wel, maar dat is puur functioneel. Dan móet het ook. Anders wil je het misschien een anders keer in het jaar.’ Hij weet: ’Meer prof dan ik ben, kun je eigenlijk niet zijn. Ja, dat kan wel, maar dan wordt het extreem’.
 
Het tekent de inzet van een man die Ibrahimovic op een dag nog eens wil bedwingen. ‘Nu zou ik nog steeds niet alles van het winnen, maar het gaat al richting fifty-fifty, denk ik. Als verdediger zul je méér dan vijftig procent van de topspitsen moete winnen wil je op dat niveau iets te zoeken hebben.’
Volgens hemzelf heeft Alderweireld nu wel degelijk iets te vertellen bij Ajax. ‘Elk foutje is al een ‘drama’ bij mij. Dat is alleen maar goed, beter dan dat ze zeggen: ach, hij is nog maar een talent. Ik zit op een punt dat ik met een zes niet meer tevreden ben. Dat ik een meerwaarde wil zijn. Ik denk dat ik dat dit seizoen ook ben.’